Een Mala is een Tibetaanse gebedsketting van 108 kralen. 108 is een heilig getal. Als je de afzonderlijke getallen bij elkaar optelt (1+0+8), kom je uit op het getal 9. Dit is het getal van voltooiing.
Mala's worden vaak gebruikt om mantra's te tellen tijdens meditatie. Een mantra is een herhaald woord of geluid dat je helpt te focussen tijdens het mediteren. Om tijdens een meditatie je mantra's te tellen, drapeer je de Mala over je middel- of ringvinger (bij voorkeur niet over je wijsvinger, want die vertegenwoordigt het ego). Gebruik na het reciteren van een mantra je duim om een kraal er doorheen te schuiven.
De eerste kraal die je gebruikt in een meditatie is altijd de kraal links van de moederkraal. Het hele proces van rond de mala gaan en weer bij de moederkraal komen, betekent 'tijd nemen voor bezinning'. De moederkraal bevat meestal een kwastje, koord of veer, of is groter dan de andere kralen. Zo herken je het altijd!
Buiten meditaties kan de mala als sieraad worden gedragen.
Rudraksha-kralen zijn rode zaden van de bosbessen van de elaeocarpus ganitrusboom.
In de hindoeïstische mythologie worden ze geassocieerd met de god Shiva en zijn liefde voor de wereld. Het verhaal gaat dat Shiva tijdens een van zijn meditaties zo vol mededogen werd dat hij begon te huilen. Zijn tranen vielen toen op de aarde, waaruit een nieuw soort bomen begon te groeien. Hij noemde ze rudraksha, naar 'Rudra' (een naam voor Shiva) en 'aksha', oog of traan.
De betekenis van de Rudraksha-kralen is letterlijk 'tranen van Shiva', maar op een dieper niveau laat de bes zien wat er kan ontstaan uit oprechte emotie!